Theater: Günther Lesage ‘Vroeger was de toekomst beter’
- Karolien De Gendt
- 12 jun 2021
- 9 minuten om te lezen
Bijgewerkt op: 17 aug 2021
Het gaat niet goed met Günther. Wat en hoe hij ook probeert, alles lijkt te mislukken. Vroeger leek de toekomst beter, terwijl het heden ook niet meer is wat het geweest is. Zijn slapeloosheid en twijfel nemen exponentieel toe en daardoor ook zijn angstaanvallen en onzekerheid. Uitgeput door de vruchteloze zoektocht naar een oplossing, besluit hij zich over te geven aan het toeval. Wanneer hij op een avond een briefje vindt onder de ruitenwisser van zijn auto lijkt er een doorbraak te komen in het moeras van twijfel en rusteloosheid. Maar op weg naar het licht aan het einde van de tunnel lijkt de uitkomst heel anders dan verhoopt...
Arsenaal/Lazarus, 2021

Eerste indruk
Het beloofde een leuke avond te worden. Om mijn verjaardag te vieren nuttigde ik met mijn papa heerlijke tapas in Bar D’Henri, gevolgd door de voorstelling van Günther Lesage in het Monty theater, enkele meters verderop. De tickets kocht ik last minute, nadat eerder een andere voorstelling definitief was geannuleerd. Ik had vooraf enkel de titel gelezen en die sprak me aan. Ik haalde er het volgende uit: We kijken te veel naar de toekomst in plaats van bezig te zijn met het heden. We denken dan dat ‘de wereld’ er slechter aan toe is, dat vroeger alles beter was, maar eigenlijk heeft het te maken met onze eigen visie en verwachtingen, met onze eigen kijk op de wereld.
Günther sprak ons direct aan toen we op de voorste rij kwamen zitten: ‘Eindelijk zijn jullie er’. De voorstelling was door corona lange tijd uitgesteld. Hij stond vóór het podium. Na enkele minuten, begon hij zich, nog steeds vlakbij ons in de zaal, voor te stellen. Het voelde niet aan alsof je naar een voorstelling zat te kijken, het verliep heel natuurlijk. De manier waarop Günther ons toesprak, bracht een innige, gemoedelijke sfeer. Hij nam me meteen helemaal mee in zijn beleving, slorpte me op, en dat gevoel is gebleven tot het einde.
De zaal was oud, klein, eenvoudig en had zo een charme die de voorstelling ten goede kwam. Door de verplichte, lege plaatsen zaten we ook met weinig mensen samen. Dat maakte het nog intiemer. Er stond enkel een witte deur in het midden van het podium, voorzien van een houten vloer. Vooraan stonden vier grote spots, twee links, twee rechts, die toen nog uitstonden. Wanneer hij zich de rest van de voorstelling op het podium begaf, lichtten ze afwisselend wit en blauw op doorheen de voorstelling.
Korte bio van Günther Lesage
Günther is een acteur en theatermaker. Hij studeerde af aan Studio Herman Teirlinck in 1989. In 2006 richtte hij LAZARUS op, samen met Ryszard Turbiasz, Pieter Genard, Joris Van den Brande en Koen De Graeve. (Monty, 2021) In 2007 maakte Günther Lesage voor LAZARUS de solovoorstelling Force Majeure, waarin hij op zoek ging naar zijn voorvader, de Franse toneelschrijver Alain René Lesage (1668-1747). In ‘Vroeger was de toekomst beter’ zet Günther dit traject verder, maar nu onderzoekt hij een legio aan mogelijkheden en gevaren die de toekomst te bieden heeft. (ARSENAAL/LAZARUS, 2021)
Idee van de productie

Achteraf las ik dat de idee van zijn monoloog ontstaan is vanuit de lockdown. Hij merkte op dat de mentale weerbaarheid van de mensen afnam. Günther stelde zich allerlei vragen. Hoe zorgen we ervoor dat onze gedachten het niet overnemen van onszelf tijdens deze onzekere, onvoorspelbare tijden? En waar is de stem in ons hoofd allemaal toe in staat? Hoe worden we de verbeterde versie van onszelf in tijden van lockdown? (ARSENAAL, LAZARUS, 2021)
Eenvoud
De voorstelling betrof een monoloog, de opstelling was eenvoudig. Een kaal podium met enkel een witte deur in het midden en spots aan de zijkant. Vooraan het podium was ook een kleine geluidsinstallatie, die Günther later in het verhaal gebruikte om geluidseffecten toe te voegen (onweer, regen, applaus,…).
Günther was heel somber gekleed: lichtblauw hemdje op een grijze, losse broek. Zijn houding straalde onzekerheid en angst uit: naar voren gebogen, droevige blik, fronsende wenkbrauwen. Hij wandelt wel soms naar een andere plek op het podium, wanneer zich een andere scène afspeelt, maar het blijft heel statisch. Dat komt overeen met de persoon die hij is aan het begin van de voorstelling.
Aan het einde van de voorstelling, blaakt Gunther (merk de ontbrekende Umlaut op) van zelfvertrouwen. Met zijn borst vooruit en zijn opvallende, oranje bril, komt hij erg zelfzeker over. Met de overgang naar dit personage gaat de compositie van statisch naar dynamisch. De energieke Gunther palmt het hele podium in. Hij danst en beweegt heel soepel.
Beide ‘Gunthers’ doen dit in alle eenvoud, met weinig middelen, enkel woord en beweging. Dat vond ik ook het meest knappe aan deze monoloog. Hij spreekt bijna niets expliciet uit, toch worden zijn boodschappen heel duidelijk naar voren gebracht. Door de manier waarop hij spreekt, de metaforen die hij gebruikt, de woorden die hij zorgvuldig uitkiest en de veranderingen in lichaamstaal en beweging, gedurende de hele performance. De monoloog behandelde heel veel topics, die op een zodanige manier werden voorgesteld dat zich automatisch een film afspeelde in mijn hoofd.
De waarzegger
Günther is een onzekere man met veel angsten. Hij wil een einde maken aan zijn leven. Op een dag vindt hij een anoniem briefje tussen de ruitenwisser van zijn auto dat hem leidt naar een adres in Zagreb.
Aangekomen op het adres, komt hij in een keuken die uitkomt op een steeds smaller wordende lange gang. Eerst loopt hij rechtop, dan gebukt, vervolgens op handen en voeten, kruipend en tot slot sluipend. Zo komt hij in een kamer waar op de muur boodschappen verschijnen (witte lichte letters op de muur). Er verschijnt een timer op de muur die aftelt. Als die op 0 staat is het moment gekomen om zijn leven te beëindigen.

Hij komt zo terecht bij een waarzegger die alles over hem lijkt te weten. Via boodschappen die op de muur verschijnen, antwoordt de waarzegger op al zijn vragen en bedenkingen. Zo ontstaat een therapeutisch gesprek. Hij mondeling, zij via boodschappen op de muur. Op een bepaald moment horen we ook de stem van de waarzegger (het blijkt een waarzegster te zijn). Ze heeft nogal een zware stem. Daar spot Günther de hele tijd mee. Dat levert de nodige humor op.
Ontmoeting met Gunther
Wanneer Günther op het punt staat de waarzegster in levenden lijve te ontmoeten en hij opent de witte deur, die in het midden van het podium staat, ontmoet hij Gunther. Hij ziet er bijna exact uit als hem. Kaal, baardje, zelfde stem, enkel iets groter. En hij heet bijna hetzelfde! Zijn evenbeeld. De man die hij wil zijn? Ze gaan in gesprek en Gunther helpt Günther grip te krijgen op zijn leven, zijn angst te overwinnen en zelfzeker te worden.
Günther speelt dan zowel Günther als Gunther. Hij springt van links (wanneer hij Günther is) naar rechts (in de gedaante van Gunther). Hij gaat de confrontatie aan met zichzelf en vindt zo vertrouwen in zichzelf.
Uiteindelijk doet Gunther een performance waarbij hij het hele podium inpalmt. Hij danst en beweegt heel soepel, spreekt het publiek aan met veel humor en voelt zich in het middelpunt van de belangstelling. Daarbij wordt gretig gebruik gemaakt van de geluidsinstallatie vooraan het podium (applaus, publiek gelach, muziek,…). Deze Gunther is overdreven zelfzeker, meer richting het narcistische. Je zou kunnen stellen dat hij ook niet vrij is van angst, maar het maskeert door juist overdreven extravert te ‘acten’ en heel veel humor te gebruiken.
Op het einde van deze performance zegt Gunther tegen Günther: Wat vond het publiek ervan? Günther antwoord dat hij er niet heeft opgelet. Wat dus wil zeggen dat hij met zijn faalangst heeft leren omgaan. Merk op dat deze performance is begonnen als Gunther, maar dat daarna dus bleek dat het Günther zelf was.
Hij zegt even later ook daadwerkelijk dat hij soms niet weet wie verzonnen is. Ben ik Günther of Gunther? Dat gevoel herken ik ook. De ene moment voel ik me zelfzeker en kan ik de wereld aan. De dag erna kan ik me ineens heel onzeker voelen en aan alles twijfelen. Het is continu zoeken naar een evenwicht, zonder jezelf te verloochenen, zonder een personage te spelen en bij jezelf te blijven.
Kritiek op therapieën
Plots merkt hij dat de klok is gestopt. Hij is er nog?! Gaandeweg heeft hij zelfvertrouwen gekregen, hij wil niet meer dood, zijn angsten belemmeren hem niet meer. Komt dit door de verschillende therapieën? Daar lijkt het niet op. Of hebben deze toch geholpen?
Er wordt kritiek geuit op de vele therapievormen. Veel mensen gaan tegenwoordig in therapie. De vraag is of we dit wel nodig hebben? Helpt het ons wezenlijk? We proberen met man en macht af te komen van onze angsten door allerlei therapieën (psychotherapie, cognitieve gedragstherapie, hydrotherapie, imaginatietherapie,…), maar is het niet beter onze angsten onder ogen te zien, te accepteren?
Hij toont ook met veel humor hoe de stereotiepe therapeut de hele tijd luistert, knikt en amper een woord zegt. Volgens mij bedoelt hij hiermee dat de oplossing om met problemen om te gaan, uiteindelijk wel altijd in de mens zelf zit. De vraag is in hoeverre je dit zonder hulp uit jezelf kan halen en in welke mate hier sturing bij nodig is. Ik denk dat we in deze maatschappij baat hebben bij individuele begeleiding. Dat moet daarom niet met een therapeut zijn, dat kan ook met vrienden, kennissen, familie, een onbekende zelfs, zolang die betrokkenheid toont en luistert zonder oordelen. Ik denk dat je zo de kracht kunt vinden je eigen problemen het hoofd te bieden.
Op een gegeven moment moet Günther de ontwikkelingsfasen overlopen. Hij moet van zijn therapeut liggen en wenen als een baby, daarna lopen als een peuter en vallen en telkens weer opstaan. Uiteindelijk valt hij en zegt hij ‘ik kan dit niet!’. Gunther zegt ‘Jij kan dit wel! Jij bent een peuter. Dat ben jij.’ Ik begrijp hieronder dat we als kind een eerlijkheid en een onbezonnen zin in ons hebben om te leven, zonder ons al te veel van anderen aan te trekken. Gaandeweg is Günther verloren om zichzelf te zijn, om bij zijn eigen gevoel te blijven, te genieten in het moment.
Op een bepaald moment vraagt Gunther aan een vrouw in de zaal (Hilde) zich in te beelden dat de man naast haar een vreemde is voor haar en dat ze hem wel aantrekkelijk vindt. Na de show gaat ze naar de bar en hij loopt naast hem. Ze pakt langzaam maar zeker zijn hand. Ze drinken iets, er is chemie tussen de twee. Maar plots komt zijn ‘echte’ vrouw vragen wat zij hier allemaal ‘met HAAR man’ aan het doen is. Er ontstaat gewrevel, geruzie. En dan begin je te beseffen dat die man JOUW eigen man is!! En die vrouw, is gewoon een onruststoker die je kan terechtwijzen. Je zet haar op haar plaats en je neemt jouw man mee naar huis. Je bent supergelukkig en je hebt de heerlijkste seks ooit. Daarbij noemt hij oneindig veel synoniemen op voor seks, heel hilarisch moment. ‘Pruimen op sap leggen’ herinner ik me, maar er waren er nog veel meer. Hiermee illustreert hij de kracht van verbeelding die veel wordt gebruikt bij therapeuten.
Moraal van het verhaal
De rode draad doorheen het stuk is dat je je angsten onder ogen moet zien, op je moet laten afkomen en als kracht gebruiken. Doen we niet te veel aan introspectie? Ligt de oplossing niet meer binnenin ons zelf, in het aanvoelen wat we werkelijk verlangen, het focussen op de processen die zich in ons lichaam afspelen?
Günther beseft ook op het einde dat de oplossing in zichzelf lag. Hij heeft een hele route afgelegd, met diverse therapieën, introspectie,… Uiteindelijk komt hij zichzelf tegen en leert hij zijn gevoelens omarmen.
Relativeren
Günther zegt ook ‘ik leg me in het gras, ik kijk naar de sterren’, dan besef je hoe klein je bent. Dat ben ik de laatste jaren ook heel erg gaan beseffen, namelijk dat wij maar een zeer klein deel zijn van een hele grote wereld.
Veel mensen zitten verstopt achter rijkdom, maar daar draait het niet om. Wat willen we dan wel? Volgens mij hebben we allen één ding gemeen en dat is de drang om gelukkig te zijn. En om te weten wat ons gelukkig maakt, moeten we beter naar onszelf luisteren en niet te veel rationaliseren. Dat is volgens mij de grootste valkuil van de mens.
We gaan steeds op zoek naar structuur, houvast, redenen waarom de dingen zijn zoals ze zijn. Vaak vinden we hier geen antwoorden op. Als we naar de kern gaan van ons bestaan, denk ik dat intieme, duurzame contacten met anderen ons echt gelukkig maken. Daarvoor dienen we ons kwetsbaar op te stellen en dat beangstigt ons. Het weerhoudt ons die contacten aan te gaan. Dit thema zit ook duidelijk vervat in de voorstelling.
Omarm jezelf
Het is een voorstelling die blijft nazinderen. Het speelt diepgaand in op emoties, het is bedoeld om over te reflecteren. Na (en tijdens) de voorstelling dacht ik automatisch na over hoe ik zelf in de wereld sta.
We denken te veel dat alles in de toekomst beter wordt. Maar dat wordt het niet. We moeten de momenten nemen zoals ze zijn, genieten van het hier en nu. Dit is voor mij de belangrijkste boodschap van de monoloog: accepteer wie je bent en hoe de dingen zijn, omarm ze en put hier je kracht uit.
Deze monoloog past perfect in het kader van de studies en ook bij alles waarmee ik nu bezig ben. Het zoeken naar mijn ware zelf, meer van binnenuit leven, vanuit mijn gevoel, remmingen wegwerken, niet aantrekken wat anderen denken, me enkel bewust zijn van mezelf en niet van de mensen rondom mij.
Ticket:
Foto’s: Arsenaal/Lazarus, 2021
Comments