top of page

Workshop Starten met schrijven - Les 2: de novelle

  • Foto van schrijver: Karolien De Gendt
    Karolien De Gendt
  • 5 feb 2020
  • 2 minuten om te lezen

Bijgewerkt op: 22 jun 2021

Tijdens de tweede les deden we eerst de novelle uit de doeken. Qua lengte wordt het gezien tussen een roman en een kortverhaal, tussen de 50 en 100 pagina’s. Daarbij bespraken we de belangrijkste verschillen met een roman:


Free writing


Om op te warmen, kregen we een oefening ‘free writing’. Binnen een bepaalde tijd mochten we gewoon onophoudend schrijven wat er in ons opkwam. Spelling, grammatica, interpunctie,… telden niet mee. Het was als het ware jezelf leeg schrijven, zonder regels. We deden het een keer zonder onderwerp en een keer over het thema ‘schrijven’. Wanneer we de oefening hadden gedaan, was het niet de bedoeling dit met de groep te delen. Het was echt puur voor jezelf bedoeld.


Anna had het ook over ‘Morning pages’ (Uit het boek ‘The Artist’s Way’ van Julia Cameron). Dat is free writing in de ochtend, ’s ochtends enkele bladen vol schrijven met de gedachten die in je opkomen. Dit is een hele goeie manier om tot zelfreflectie te komen.

Ik was er nog nooit mee in aanraking gekomen en vond het heel fijn en bevrijdend. Ik heb gemerkt dat het voor mij een goede manier is om iets met mijn ideeën te doen. Mijn hoofd zit vaak helemaal vol en door alles op te schrijven kan ik mijn hoofd leeg maken en mijn ideeën daarna structureren, waardoor ze bruikbaar worden. Anders bleven ze vaak in mijn hoofd zitten en deed ik er niets mee.


Het probleem bij het schrijven is dat je er gewoon aan moet beginnen, zonder veel na te denken. En juist dat vind ik moeilijk. Aanpassen, herschrijven, beter maken kan achteraf. In eerste instantie moet je gewoonweg ‘starten met schrijven’.


Bij de schrijfopdrachten ging ik altijd direct na elke zin nog eens nalezen en dat werkt in feite niet. Bij free writing valt die remming weg om steeds weer over alles te veel na te denken. De bedoeling is juist uit je hoofd te geraken en in dat gevoel te komen.


Vanuit een personage schrijven


Tot hiertoe ontstonden onze personages vanuit ons verhaal. Bij deze opdracht mochten we aan de hand van onderstaande vragenlijst (Ferris, 2004) een personage (foto) tot leven brengen en van daaruit een (actie)scène schrijven.

Ook sprak de docente over ‘Show, don’t tell’, een veelgebruikte methode waarbij de schrijver niet alles direct beschrijft, maar gedetailleerder te werk gaat. Tussen de woorden door, worden beleving en gevoelens duidelijk. De sfeer wordt zo beter weergeven, het personage wordt levendiger en realistischer en je wordt meer meegezogen in het verhaal.


Een dialoog kan daarbij helpen. Belangrijk om te weten is dat de dialoog niet dient om een verhaal samen te vatten of informatie te geven. Dialogen hebben als functie juist iets toe te voegen aan het verhaal. Ze vertellen iets over het karakter van het personage en bestaan uit gesproken woorden, lichaamstaal en gedachten. Dat kan een naakte dialoog zijn met puur gesproken taal (soort van ‘ping pong’). Een andere optie is een aangeklede dialoog, met randbemerkingen en stukjes actie erbij.


Ook gaf ze nog de tip je tekst hardop te lezen ter controle. Dat doe ik veel te weinig en ga ik vaker doen met de teksten die ik schrijf. Als je in jezelf leest, sla je vaak onbewust stukken over die je eigenlijk beter kan weglaten of beter leesbaar kan maken door middel van een betere woordkeuze.


留言


Post: Blog2 Post

©2020-2021, Karolien De Gendt, dankzij Wix.com.
Extra 'credits' gaan uit naar de enthousiaste Wisper-docenten: Anna Walschaerts, Sandra Verkaart en Ann Willemsen.

bottom of page