Workshop Starten met schrijven - Les 1: de roman
- Karolien De Gendt
- 29 jan 2020
- 2 minuten om te lezen
Bijgewerkt op: 22 jun 2021
Van de workshop ‘Starten met schrijven’ wist ik niet goed wat te verwachten. Tot hiertoe schreef ik enkel professionele teksten. Van proza en fictie had ik nog geen kaas gegeten. Ik ging ervan uit dat ik wel op niveau kan schrijven, maar wou graag tips om mijn teksten creatiever te maken.
De lessen behandelden vier van de vijf literaire schrijfvormen, van groot naar klein: de roman, de novelle, het kortverhaal en de column. De literaire essay hebben we niet besproken.
Allereerst stelden we ons voor aan elkaar. Het was meteen duidelijk dat bijna alle deelnemers schrijfervaring hadden (én dat alle deelnemers - ik incluis - een bril droegen :-)). Dat de cursisten stuk voor stuk fijne, gezellige mensen waren met open blik, maakte de workshop gelukkig wat minder beangstigend.
Lesgeefster Anna legde uit hoe een roman wordt opgebouwd. De belangrijkste kenmerken zijn de complexe opbouw, de verschillende verhaallijnen en het gebruik van witregels. Ook beslaat het minstens 40 000 woorden en bevat het rustpunten om de lezer mee te krijgen. Elk hoofdstuk bestaat uit minstens één scène. Met een scène bedoelen we een stuk verhaal (actie, geen beschrijving!) dat zich afspeelt in dezelfde tijd en op dezelfde plaats. Ook lichtte Anna de drie belangrijkste vertelstandpunten toe: het alwetend perspectief, het personaal perspectief en het ik-perspectief. Tot slot bracht ze ons de ELDA-regel ter kennis.

Bij de tweede schrijfoefening moesten we in personaal perspectief schrijven, dus in 3de persoon, waarbij het verhaal verteld wordt door dat personage en we dus alleen weten wat die persoon ziet, denkt en voelt, hij alleen kleurt het verhaal in. Het verhaal moest gaan over het beroep dat je als 6-jarige wou worden en ongeveer 300 woorden beslaan.

Comments