top of page

Workshop Starten met schrijven - Les 3: het kortverhaal

  • Foto van schrijver: Karolien De Gendt
    Karolien De Gendt
  • 12 feb 2020
  • 2 minuten om te lezen

Bijgewerkt op: 23 jun 2021

Aan het begin van les 3 herhaalde Anna dat een scène is opgebouwd uit minstens 1 paragraaf, bestaat uit alinea’s en actie bevat. Bij elke sprong in de tijd en/of plaats, begin je een nieuwe alinea. Bij een grotere sprong, kan je ook eerst nog een witregel plaatsen. Dat zorgt voor een grotere pauze en maakt de overgang duidelijker.


Als opwarming, deden we nog eens een free writing oefening met als thema ‘spannend’/’spanning’. Daarna bespraken enkele veelgebruikte kenmerken van het kortverhaal:

  • 2 – 20 blz. (1000 – 2000 woorden)

  • Eén gebeurtenis

  • Hoofdpersonage ontwikkelt zich niet of nauwelijks

  • Beperkt aantal personages

  • Meestal chronologische verhaalstructuur

  • Je kan openen in medias res (in het midden), ‘ab ovo’ (vanaf het begin), ‘post rem’ (na de zaken) en ‘in ultimas res’ (op het einde van de zaak)

  • Mogelijkheid tot flashbacks

  • Eindigt vaak met een twist

  • Weinig subplots

  • Open of gesloten einde

  • Vaart!

Dan hebben we het nog gehad over soorten kortverhalen: flash fiction, column en voordracht. Er bestaan ook ultrakortverhalen van slechts enkele woorden, zoals de flash fiction (Ernest Hemingway: “For sale: baby shoes, never worn”). Om maar te zeggen hoe je met enkele woorden veel emoties kan teweegbrengen.


Met die achtergrondinfo kregen we een volgende schrijfoefening. De bedoeling was om met ongeveer 100 woorden een spannende actie te vertellen.

ree

Na deze oefening kregen we nog wat uitleg over spannend schrijven. Spanning is vooral een combinatie van nieuwsgierigheid en plaatsvervangende angst. De belangrijkste elementen die het moet bevatten zijn:

  • Heel doordachte, degelijke structuur

  • Intrigerend verhaal (‘plot’)

  • Interessante hoofdpersonages

  • Duidelijke setting (tijd & plaats) om bij de lezer een bepaalde spanning op te roepen

  • Entertainment (het doel is ontspannen)

Een spannend verhaal kan ‘plot driven’ zijn wanneer je vertrekt vanuit gebeurtenissen. Als het draait om de hoofdpersonages, is het ‘character driven’. Veel schrijvers combineren dit.


De spanningsboog van Aristoteles werd ook nog aangehaald. Aristoteles sprak over 7 fasen waaruit een verhaal is opgebouwd. Vergelijkbaar met een script in films.


Ook legde ze drie soorten spanning uit. Inhoudelijke spanning draait om het verhaal en de gebeurtenissen op zichzelf en dient om de lezer nieuwsgierig te maken en te houden. Het eindigt in een climax. Bij intellectuele spanning weet de lezer minder dan het personage en probeert hij zijn achterstand in te halen. Emotionele spanning geeft de lezer juist méér informatie dan het personage en zo voelt hij mee. ‘Show don’t tell’ is hier dus heel belangrijk, samen met zintuigelijke waarneming. Wat ruikt, voelt,… een personage? Belangrijk om te onthouden is dat in elk verhaal een zekere spanning en vaart moet zitten.


Dan was het aan ons om een kortverhaal te schrijven van 600-800 woorden:

  • Hoofdpersonage: jezelf

  • Je past op een baby van…?

  • Op een afgelegen, idyllische boerderij

  • Het begint te stormen, het wordt donker, de baby begint te wenen,…



Opmerkingen


Post: Blog2 Post

©2020-2021, Karolien De Gendt, dankzij Wix.com.
Extra 'credits' gaan uit naar de enthousiaste Wisper-docenten: Anna Walschaerts, Sandra Verkaart en Ann Willemsen.

bottom of page